Onderdeel van de website www.andre-vervuurt.nl
Wie weet waar de herdenkingsplaquette van I-III-30.RI gebleven is?
In
1939/1940 zijn militairen van het onderdeel I-III-30.RI in Helenaveen
ingekwartierd geweest. Dit in verband met de dreigende Tweede
Wereldoorlog en de aanleg van de Peel-Raamstelling, dwars door de Peel
en Helenaveen.
Dat is nu – in 2019 – dus alweer 80 jaar geleden.
De militairen hadden hun tijdelijk onderkomen o.a. in Café Kinderen Van
Horen, op de hoek van de huidige Oude Peelstraat - Soemeersingel. Dat
is bij benadering op de plaats van het tegenwoordige Hotel Café
Restaurant "In d'Ouwe Peel."
1974 -
Hotel Café Restaurant 'In d'Ouwe Peel' met het mooie overdekte terras
aan de Oude Peelstraat-kant. Rechts de voormalige bakkerij-winkel van
Tilly Peters, in gebruik als vergaderzaaltje. Links de friettent van
Sef Wilms. Op het kerkpleingazon staan de monumentale bomen van de
voormalige tuin van de hoofdonderwijzerswoning.
Foto © André Vervuurt
In de zomer van 1978 schenken enkele van deze oud-strijders als dankbetoon een wit-marmeren, gegraveerde herdenkingsplaquette aan de bevolking van Helenaveen. Dat is dus nu alweer ruim 40 jaar geleden
Dit ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Helenaveen. Het
'Comité Helenaveen 125' draagt zorg voor de plaatsing van de plaquette.
Er wordt gekozen voor een mooi plekje, direct naast de ingang van Café
Peters, onder het afdak aldaar. In 1939 staat op die plaats de zaal van
het café van Harrie en Sjang van Horen.
Rond 2000 is het overdekte terras bij de verbouwde café-ruimte
getrokken, voorzien van een schuifpui en beglaasd. Het is sindsdien dus
geen afdak meer.
Na die verbouwing is de geschonken plaquette helaas spoorloos verdwenen...
Dat is heel jammer en overigens ook heel ongepast. Tot op heden heb ik
nog geen spoor van de plaquette kunnen ontdekken. Navraag heeft nog
niets opgeleverd.
Het zou natuurlijk prachtig zijn als de herdenkingsplaquette weer terug op zijn plaats komt!
Wie heeft een idee waar de plaquette zich momenteel kan bevinden of wat
is er mee gebeurd? Wie kan mij vertellen in welk jaar de verbouwing
precies plaats vond?
Mail mij a.u.b. Uw bericht wordt uiteraard vertrouwelijk beantwoord.
André
Terug naar beginpagina
Tilburgse courant - 29 augustus 1919
EEN OVERBLIJFSEL UIT DEN SLAVENTIJD?
-
Op de Oostelijke grens van Noord-Brabant ligt als eene oase in de
woestijn het lommerrijke en vreedzame Helenaveen. Wie, die eenmaal in
zijne groene lanen verpoosde, voelde zich niet wel te moede in Gods
heerlijke natuur, te midden eener goede, vredelievende bevolking. En
onwillekeurig kwam hem over de lippen: j'y suis, j'y reste.
-
Ook menig jong ambtenaar in dienst der Mij. "Helenaveen" betrad eens
hoopvol dit groene oord. Hier zou hij z'n tent opslaan en zijne liefde
verbeiden; want hier werd hem een gelukkige toekomst voorgespiegeld.
Maar teleurgesteld ontgoocheld door de onderdane behandeling, zagen we
hem spoedig heengaan, om nooit weer terug te keeren.
-
En de tuinder of landbouwer, die na jaren zwoegen zooveel heeft
gespaard, dat hij zelf een hutje kan koopen, wil niet langer huurling
zijn der maatschappij en gaat liever zijn geluk beproeven te midden
eener barre heide; maar frank en vrij, dan aan keetens geklonken in
Helenaveen met zijn weelderige plantengroei.
-
Er is nog een derde categorie van menschen, de veenarbeiders. Ge zaagt
ze niet, als ge hun onooglijke woningen voorbij gingt. Voor dag en dauw
trokken ze uit met "knik" en veldflesch naar de verre turfvelden om in
de brandende zonnestralen uit modderige poelen en putten voor een
schamel stuk brood het goud der peel te delven en op te stapelen tot
schatten der aandeelhouders. en vond de turfgraver niet vaak bij zijn
thuiskomst zijn echtgenoote schreiend, omdat de directie weer een van
zijn kinderen had opgeëischt. Want zijn contract dwong hem zijn jongens
en meisjes ter beschikking van de maatschappij te stellen.
-
De arbeidlievende, godsdienstige lieden hebben jarenlang een slavenjuk
gedragen. Een oude werkman, 80 jaar, vergrijsd in zwaren arbeid stond
in de barre winterkoou in een open schuur te dorschen en had zijn blik
met koffie te warmen gezet op een verroeste kachel in het koetshuis
vlak er bij. De directeur* komt, grijpt de veldflesch en zet ze in de
koude sneeuw. Bij het schaftuur mummelt het oudje zijn middaggebed en
drinkt het ijzige vocht bij zijn bete broods.
-
Doch de geest des tijds is aan de arbeiders uit Helenaveen niet
voorbijgegaan. Voor enkele maanden hebben ze zich georganiseerd en na
vergeefsche pogingen van het Bestuur, om met de Directie een
menschwaardig contract te sluiten, hebben ze het werk neergelegd.
- Ook het oudje heeft gestaakt.
Dit artikel is geschreven ten tijde van de grote Peelstaking. Die begint op 15 juli 1919.
Mijn opa, koetsier en 'opzichter der Maatschappij-boerderijen' Hannes Vervuurt en oma Drica van Mullekom trouwen op 27
augustus 1919 in Helenaveen en betrekken dan de koetshuiswoning (D.15 / H.13) aan de huidige Kervelweg.
––––––––––––
* Adriaan Bos is directeur der Maatschappij Helenaveen van 8 mei 1906
tot aan zijn sterfdatum 23 maart 1931. Hij woont als vrijgezel in Villa
GENA aan de 'Geldersche Laan' (nabij de brug over de Helenavaart bij de
huidige Geldersestraat).
Terug naar beginpagina
Walnotenboompjes in Helenaveen
Eind 19e
eeuw schenkt Koning Willem III via het Koning Willem III-fonds enkele
honderden notenboompjes aan de Helenaveense inwoners, de turfgravers en
arbeiders van Verveningsmaatschappij Helenaveen. Voor elke woning wordt dan een notenboompje in de voortuin geplant. Zie de kaart hieronder.
Staat er bij uw huis in Helenaveen nu een notenboom? Dan is de kans groot dat dat een nakomeling daarvan is.
1889 - De rood ingetekende boompjes zijn de door Koning Willem III geschonken notenboompjes. Hoogstwaarschijnlijk
zijn de boompjes destijds geteeld in de ‘Koningshof’ ofwel de huidige
‘Koningstuin’ aan de Fruitweg (rechtsonder op de kaart). Waarom Willem
deze boompjes schonk aan de Helenaveners is niet bekend, of misschien toch wel..?
"Noten zijn gezond en de
allergezondste noot is de walnoot. Niet alleen helpen ze goed tegen
stress en een hoge bloeddruk. Ook verlagen ze de kans op hart- en
vaatziekten en verbeteren ze bij mannen de kwaliteit van het sperma". Bron: www.gezondheidsnet.nl.
Terug naar beginpagina
Helena-Veen
Door prof. dr. Johann Otto Franz Pitsch - Wageningen, augustus 1885.
(Uit een 'jaarboekje', de Nuts-almanak 1886) - © André Vervuurt
Met dank aan Maaike Riemersma-De Feyter.
"Wanneer men op de
lijn Vlissingen-Venlo, naar Venlo sporend, het station Helmond verlaten
en Deurne bereikt heeft, verdwijnt langzamerhand het vroolijk stille,
zoo eigenaardig aan een noordbrabantsch landschap. Flink bebouwde
akkers en welige weilanden, omzoomd met hun rechtlijnige heggen, maken
plaats voor akkers van geringer afmetingen. De boerenwoningen worden
kleiner en verkrijgen langzamerhand een armoediger aanzien. Bespeurt
men in de naaste buurtschap der woningen nog eenigen meer weligen groei
– de gewassen, die op de akkers staaan, getuigen spoedig van mindere
vruchtbaarheid. Men ziet, dat de strijd van den landbouwer tegen de
minder gulle natuur hier overgelaten wordt aan hen, die, blijde hun
dagelijksch brood te genieten, in deze soort van arbeid zich het
zwaarste deel moeten getroosten, hier zoomin als overal elders in
evenredigheid met het loon, dat hun te beurt valt.
De overgang is zelfs met onzen snellen trein geleidelijk. Zonder dat
men het begin bespeurd heeft, is de bebouwde streek hoe langer zoo meer
van ons afgeweken, en begrenst zij alleen met nog nauw zichtbare
kerktorens den verre horizon. De reiziger bevindt zich op een
uitgestrekte vlakte, die hem zwart en somber aanstaart; niets dan
mislukte voortbrengselen van plantengroei – ongelukkige eikenstruiken,
berkenopslag –, maar welige heidegewassen, bovenal de vrienden en
vriendinnen van vocht en moeras. Eindelijk houdt te midden van dat
weinig aanlokkelijk tafereel de trein stil: wij zijn aan de halt
Helena-Veen genaderd."
±1920 - Op de veranda van directeursvilla GENA te Helenaveen - Otto Pitsch op werkbezoek in Helenaveen.
Directeur der Maatschappij Helenaveen Adriaan Bos zit links en Otto
Pitsch in het midden. De persoon rechts met de hond van Bos is
onbekend. (Foto via H. van de Laarschot uit archief RHC, 29-10-2008)
Met deze inleiding
verplaatst ons de vaardige pen van den heer G. Bosch, sedert ruim een
half jaar directeur van Helena-Veen, zoowel in het brabantsche
landschap als meer bepaald op het terrein der zoogenaamde woeste
gronden van het hooge veen, waarop de naamlooze vennootschap
Helena-Veen haar arbeidsveld heeft gevonden. Op de inleiding volgt een
belangwekkende, met vele afbeeldingen getooide beschrijving van deze
grootsche onderneming; van de vele moeilijkheden, waarmede zij in den
beginne te kampen had; en van de wijze, waarop met goeden uitslag alle
bezwaren overwonnen werden. Wie het opstel, in den jaargang 1876 van
Eigen Haard verschenen, gelezen heeft, weet, dat midden in de woestijn
van de Peel een bevolking is ontstaan, die met het loon van haar arbeid
in haar stoffelijke behoeften voldoende kan voorzien, terwijl door een
katholieke en een protestantsche kerk, alsmede door een goed ingerichte
school voor meisjes en voor jongens, de behoefte aan geestelijk voedsel
voor oud en jong kan worden bevredigd.
De reiziger, die vóór tien, ja zelfs nog vóór zes jaren, te Helena-Veen
uit den trein stapte en, in de rondte kijkend, te vergeefs naar een
bebouwde kom zocht, kon allicht op het denkbeeld komen, dat de
spoorwegmaatschappij eens uit een grillige luim een station juist daar
had geplaatst, waar volstrekt geen reizigers te verwachten waren. Had
hij den directeur der onderneming vooraf bericht gegeven, dat hij
gaarne een kijkje wilde nemen in hetgeen hier door kapitaal,
ondernemingsgeest en noeste volhardende vlijt was gewrocht, dan vond
hij aan het station een rijtuig gereed om hem naar de onderneming te
brengen. De weg, waarlangs men in den beginne reed, was eenvoudig
daardoor gevormd, dat op den afstand der wegbreedte twee evenwijdige
slooten waren gegraven, door middel waarvan de strook veen daartusschen
werd drooggehouden, en dat op den weg heideplaggen waren geworpen, ten
einde het verzakken der raderen van het voertuig in het veen te
voorkomen. Eerst na een half uur gereden te hebben, kwam men op een
goed onderhouden grintweg. Deze grintweg, die over zijn geheele lengte
door eiken- en iepenboomen – welke beide boomsoorten, het zij terloops
gezegd, een krachtigen, gezonden groei vertoonen – beschaduwd wordt, is
tegenwoordig tot aan het station doorgetrokken. Dit is ook geschied met
het kanaal, dat langs Helena-Veen loopt, zoodat de onderneming nu met
het station door een land- en een waterweg verbonden is. In de
onmiddelijke nabijheid daarvan ziet men verscheiden gebouwen, aldaar
geplaatst door een nieuwe vennootschap, die met haar producten
Helena-Veen een vreedzame concurrentie zal aandoen. Over een groote
oppervlakte is het veen met losse, lichtgele turf bezet, die òf nog in
lange rijen staat, òf reeds in grootere hoopen is opgestapeld; men ziet
arbeiders bezig met het kruien van de turf op een hoop van buitengewone
afmetingen, gelijkend op een langwerpigen engelschen graanberg, hoewel
de afmetingen in alle richtingen grooter zijn dan die van
laatstbedoelde. Langs den grintweg naar het centrum der onderneming
rijdend, ziet men op verschillende plaatsen het veen aangestoken, en
wel hier uitsluitend met lichtgele, daar met zwarte turf bezet.
Maar, zal misschien de lezer vragen, is een ontginning van hoogveen –
hoezeer stellig gewichtig voor den kapitalist, die door het verturven
van veen zijn kapitaal rentegevend wenscht te naken, of voor den
turfgraver, die arbeid zoekt – van zóódanig algemeen belang, dat de
bespreking dezer onderneming in dit jaarboekje een plaats verdient?
Ter beantwoording van die vraag, en tevens om in herinnering te
brengen, welke hooge verwachtingen het belangstellend publiek van den
arbeid der "Maatschappij tot ontginning en verveening der Peel"
koestert, is het misschien niet ondienstig, hier twee feiten op te
teekenen.
Het eerste feit is de algemeene belangstelling, die zich in den
laatsten tijd in Duitschland met betrekking tot de ontginning en
bebouwing van veen heeft geopenbaard. Daar te lande wint meer en meer
de overtuiging veld, dat veenen ook voor de landbouwvoortbrenging hooge
waarde hebben, maar dat men nog zeer onvoldoende op de hoogte is van de
middelen, waardoor de ontginning daarvan op de meest doelmatige wijze
kan geschieden. Op grond van deze overtuiging deed in het jaar 1874, op
het congres der duitsche landbouw-scheikundigen, de hoogleeraar Nobbe
het voorstel, voor de heide-, ven- en poldergronden van het noordwesten
van Duitschland een eigen landbouw-proefstation op te richten. Om aan
dit voorstel uitvoering te geven, werd door de "Vereeniging tegen het
veenbranden" – die het lot van den armen bewoner der veenstreken tracht
te verbeteren, door hem betere middelen aan te wijzen om van het veen
voordeel te trekken dan door het veenbranden en het verbouwen van
boekweit op het afgebrande veen – door genoemde vereeniging zeg ik,
werd in de vergadering te Bielefeld in het jaar 1875 aan haar bestuur
opgedragen, met de regeeringen der betrokken landen en met
verschillende vereenigingen aldaar in onderhandeling te treden, ten
einde de oprichting van een proefstation ter bevordering eener
rationeele ontginning van veen- en heidegronden tot stand te brengen.
Dat deze onderhandelingen, in den beginne zonder goeden uitslag
gevoerd, ten slotte tot het beoogde doel hebben geleid, is voornamelijk
daaraan te danken, dat de voorstellen van vermeld bestuur bij den
toenmaligen, kundigen pruissischen minister van landbouw, den her dr.
Friedenthal, een gunstig onthaal vonden. Deze namelijk had de
veenstreken van Duitschland en Nederland persoonlijk bereisd en van
zijn reizen de overtuiging meegebracht, dat de bevordering der
ontginning van het veen in hooge mate was ten nutte van het algemeen.
In 1876 werd te Berlijn een vergadering van deskundigen belegd, om over
de oprichting van het beoogde proefstation te beraadslagen. En het
gevolg daarvan was in het leven treden van een zoogenaamde centrale
veen-commissie, die er in geslaagd is, te Bremen een proefstation in
het leven te roepen.
De taak, aan dit proefstation opgedragen, is een veel ruimere dan die
van de meeste landbouw-proefstations. Het had toch alle middelen en
wegen op te sporen, die tot het in cultuur brengen der veenen in
Duitschland konden leiden. De middelen, waarover het voor dit doel kon
beschikken, bedroegen in 1877/78 ± ƒ 10.000, maar zijn met elk jaar
vermeerderd en beliepen in 1882'83 iets meer dan ƒ 18.000. Men kan van
dit proefstation, waarvan dr. Fleischer de krachtige leider is,
getuigen, dat het zijn taak ruim en flink opgevat en in den tijd van
zes jaren reeds veel belangrijks geleverd heeft. Men heeft er van de
ligging en de uitgebreidheid der veenen in het westen van Duitschland
een uitgebreide studie gemaakt en de uitkomsten daarvan bekend gemaakt
en de uitkomsten daarvan bekend gemaakt. Voorts is er een nauwkeurig
onderzoek ingesteld naar de physische en chemische eigenschappen der
veengronden; en heeft men nagegaan, welke mestmiddelen onder
verschillende omstandigheden het doelmatigst kunnen worden aangewend,
hoe men de drooglegging moet inrichten om de verbouwde gewassen voor
overmaat van water te vrijwaren, zonder ze van het voor hun groei
noodige water te berooven. Er werden proeven te velde op groote schaal
genomen met den aanbouw van landbouw-, tuin- en houtgewassen, zoodat
het ambtenaarspersoneel van het proefstation dan ook niet uitsluitend
uit scheikundigen bestaat, maar tevens uit personen, die de
proefnemingen op het veld op touw kunnen zeten en nagaan.
Het ligt voor de hand, dat de kans van slagen vooral van deze laatste
proefnemingen grooter werd, naarmate de ontwerpers daarvan beter op de
hoogte waren van de methoden, in de practijk met goeden uitslag reeds
toegepast om van de veengronden door bebouwing partij te trekken. Welke
schatten in het veen ook voor den landbouwer verborgen liggen, was in
Duitschland vooral door het in cultuur brengen van ondiep laag veen
door Rimpau algemeen bekend geworden. Veengronden, die omstreeks 25
jaren geleden weinig en slecht hooi opleverden, dat nauwelijks de
kosten van het oogsten goed maakte, werden door Rimpau met betrekkelijk
geringe kosten veranderd in bouwgronden, die in waarde en opbrengst met
goede kleigronden konden wedijveren. Nadat eenmaal de aandacht op de
hooge waarde van het veen voor den landbouw was gevestigd, begonnen de
Duitschers ook belang te stellen in hetgeen op dit gebied in andere
landen was geschied. Zoo trok het ook in Duitschland algemeen de
aandacht, dat men in Nederland reeds eeuwen geleden de kunst heeft
verstaan, kale, slechts met veenmos, heide of biezen bezette veenen in
vruchtbare landbouwen te herscheppen.
Hiermede kom ik vanzelf tot het tweede feit, dat ik den lezer slechts
in herinnering behoef te brengen om hem te doen gevoelen, van welk
belang het welslagen der onderneming te Helena-Veen is. Iederen
Nederlander is het immers bekend, dat de, tegenwoordig misschien 40.000
inwoners tellende, welvarende bevolking van de zoogenaamde veenkolonies
der provincie Groningen rijke oogsten haalt van gronden, die vroeger
met hoogveen bezet waren. Misschien echter is het niet aan ieder
bekend, dat de geboorte dezer welvarende landstreek niet zonder zware
barensweeën heeft plaats gehad, en dat deze groote oppervlakte gronds
waarschijnlijk nog heden met veen, of na afturving met heide, bezet zou
zijn, indien niet het gemeentebestuur der stad Groningen in het einde
der zestiende en in het begin der zeventiende eeuw bestaan had uit
mannen, begaafd met een ver ziend oog, en die beseften dat, wie een
grootsch doel wil bereiken, voor de eerste schreden op den goeden weg
niet moet terugdeinzen, omdat de weg nog ongebaand is en het niet
aangenaam is hier in de modder te zakken of ginds de voeten aan in den
weg liggende steenen te bezeeren – mannen, die niet schroomden een
abeidsveld te bewerken en te bezaaien, waarop de oogst eerst door
toekomstige geslachten kon worden binnengehaald. Landbouwer en
stedeling mogen deze deze mannen in dankbare herinnering houden,
omdat zij het eerst het bewijs hebben geleverd, dat de stedelijke
meststoffen dienen kunnen om den landbouwer winsten van zijn grond en
daardoor den stedeling goedkooper voedingsmiddelen te verschaffen. De
bewoners der veenkolonies mogen mannen niet vergeten, die den weg
hebben aangewezen, hoe men door combinatie van verturving en
cultiveering van den grond veel kapitaal en arbeid, niet alleen voor
korten tijd maar ook op den duur, winstgevend maken kan. Nederland
eindelijk moge de mannen niet vergeten, die voor het rijk een welvarend
gewest hebben gewonnen, doordat zij den verveener de verplichting
oplegden, den afgeveenden grond in cultuur te brengen.
Ten bewijze, dat inderdaad deze verdienste uitsluitend aan bestuurderen
der stad Groningen toekomt, ontleen ik hier een paar mededeelingen aan
de "Proeve van een geschiedenis der landhuishouding en beschaving in de provincie Groningen", van H. Dijkema.
Terug naar beginpagina
Wie
kan dit rijmpje aanvullen?
Onderstaand rijmpje zei ons vader - Toon Vervuurt - in de jaren '60
regelmatig op. Dat was elke keer weer 'lachen!'
Een, twee, drie, vier, vijf,
zes, zeven,
ik kwam Jan de poeperd tegen.
Jan de poeperd wou mij slaan,
maar ik had hem niks gedaan!
Er bestaat
misschien een tweede (Peels?) couplet. Kun jij mij vertellen wie dit
verzonnen heeft?
Mail mij a.u.b.
Terug naar beginpagina
Gezocht:
namen bij de groepsfoto van Helenaveners
Klik op onderstaande foto en download de gehele foto. De foto is
waarschijnlijk gemaakt in 1913 voor de directeurswoning aan de
Geldersestraat in Helenaveen. Ik ben op zoek naar namen. Misschien
heeft u oude familiefoto's uit die tijd en ziet u bekende personen.
Grote kans dat een van uw voorouders op de foto staat! Mail mij a.u.b.
Klik op de foto en
download deze. Er zijn reeds namen bekend!
Terug naar beginpagina
Laatste
'Eigen Weg-bord' verwijderd
30 april 2010 - Het enig overgebleven gietijzeren 'Eigen Weg-bord' van
Maatschappij Helenaveen is begin 2010 helaas, samen met een mooie groene hulst-struik, verwijderd. De
huidige eigenaar van het laantje heeft daarvoor de opdracht gegeven
i.v.m. opschoning voor de komende 'Entente Florale' / 'Groenste dorp
van Nederland'-verkiezing.
Dit unieke, meer dan tachtig jaar oude bord stond op de hoek van de
Helenastraat/Spitskoolweg nabij het voormalige boterfabriekje 'De Fuke'
waarin later het postkantoor gevestigd is geweest. In de jaren '50-'60
was daar kapper Frans Arts gevestigd.
Navraag leert dat het complete bord met paal niet meer bestaat: het is als 'oud ijzer'
afgevoerd. Dit was een belangrijk onderdeel van de geschiedenis
van Helenaveen. Alweer is een historisch overblijfsel dom en onnodig
verdwenen... Foei!!
Tja, "zalig zijn de onwetenden" is ook hier van toepassing.
Op de linker foto het bordje in volle glorie. Rechts de kale situatie op 30
april 2010.
Terug naar beginpagina
De
geschiedenis van Helenaveen
beschreven door Eerwaarde moeder
overste, zuster Hendrina in Kamp Mariaveen 1945/1946
Er
zijn enkele overgetypte en gekopieerde versies in omloop. Het originele
schrift is na 1981 zoekgeraakt. Pastoor Lips heeft het in zijn bezit
gehad. Gedeelten ervan zijn destijds overgenomen door dominee Jelsma.
Hij verzorgde i.v.m. het 125-jarig bestaan van Helenaveen
voor publicatie in het Interkerkelijk Parochieblaadje voor
Helenaveen. In 1981 heb ik het geleend van pastoor Lips om passages te
kunnen opnemen in de Info-gids voor Helenaveen.
Mijn vraag:
Wie kan mij vertellen waar het originele handgeschreven document
gebleven is?
Mail mij
a.u.b.
Terug naar beginpagina
Knutselwerk
van de zusters te Helenaveen
In
de jaren '60 van de vorige eeuw werden er regelmatig 'Fancy Fairs'
oftewel 'Kinderkermissen' in Helenaveen georganiseerd. De
kloosterzusters boden dan allerlei eigengemaakte hebbedingetjes aan.
O.a. de inktlapjes met opgenaaide knoop om je kroontjespen schoon te
kunnen vegen...
Ik
ben op zoek naar een ander door de zusters geknutseld gevalletje: De op
karton opgeplakte ansichtkaarten die je door een bepaalde beweging om
kon laten klappen. De kaarten waren verbonden met katoenen linten en
'flapten' van boven naar beneden.
Wie heeft nog zo'n exemplaar?
Ik wil daar graag foto's van maken!
Mail mij
a.u.b.
Terug naar beginpagina
Herkent
u personen op onderstaande schoolfoto?
Krijtbakje
tegen de kast, vlechtmatje op het tafeltje en koude trottoirtegels op
de vloer.
Op
de achtergrond: de arbeiderskasten van Maatschappij Mariaveen. Deze
foto bevindt zich in het persoonlijke album van Zuster Hendrina.
Deze
schoolklasfoto is gemaakt rond 1945 in de noodschool, een voormalige
ontginningsschuur in Mariaveen. Kunt u gegevens verstrekken en namen
noemen van de kinderen op deze foto? Deze wil ik graag opnemen in mijn
volgende boek over de geschiedenis van Helenaveen.
Reacties
graag naar: André Vervuurt
Terug naar beginpagina
Wie
heeft foto's van het oudste kerkhofdeel..:
Wie
heeft oude foto's van het R.K. kerkhof te Helenaveen met daarop de
monumenten van het oudste deel (linksvoor)? Mail
mij en ik kom heel graag op
afspraak bij u thuis een reproductie van de foto('s) maken!
Foto's van de naastgelegen
Algemene Begraafplaats - het 'Protestantse kerkhof' - zijn natuurlijk
ook van harte welkom!
Het graf
van Cecilia
Theelen-Mertens, de eerste vrouw van Meester Leo Theelen. (foto: Paul
Theelen te Eindhoven). Op de achtergrond ziet u het oudste gedeelte van
het kerkhof. Er zijn op die plaats tussen ±1895 en ±1910 ongeveer 270
Helenaveners begraven! Zie ook: De kerkhofpagina op deze site.
Terug naar beginpagina
Oude
foto:
Wie
kan er iets vertellen over onderstaande foto?
Deze 'albuminedruk' is gemaakt door Kannemans en zoon te Breda. Hoogstwaarschijnlijk in de 19e eeuw na 1856.
Herkent u het jongetje van
een foto in uw album?
Hij viert hier waarschijnlijk het 'H.
Communiefeest' of 'Vormsel'. Hij heeft een kerk- of gebedenboek in
zijn
hand.
Het zou mogelijk mijn overgrootvader Cobus Vervuurt kunnen zijn (geb.
28-08-1852 te Grubbenvorst – overl. 25-03-1917 Helenaveen).
Toen Cobuske twaalf jaar oud was – in 1864 – 'deed' hij de H. Communie.
De
fotograaf: Kannemans en Zoon, Grote Markt D15 te Breda.*
Deze albuminedruk bevindt zich in het Vervuurt-Van den Oetelaar-Vervuurt
album.
Reacties
graag naar: André Vervuurt
________
*
Kannemans, Christiaan Cornelis, geb. Breda 13 juli 1812, overl. Breda 3 januari 1884.
Ingeschreven als zee- en kunstschilder, als leraar in de handtekenkunde
aan de H.B.S. en als leraar aan de KMA. Woonde en werkte vanaf circa
1860 op de Grote Markt D15 tegenover het stadhuis. Op zijn foto's staat
meestal "Kannemans en Zoon".
Kannemans, Willebrordus Jacobus, geb. Breda 20 april 1841, overl. Breda 13 februari 1915.
Zoon van C.C. Kannemans. Woonde en werkte als fotograaf op de Grote
Markt D15 (41) vanaf omstreeks 1870 tot aan zijn dood in 1915.
Uit: 'Het licht van de negentiende eeuw' - Stichting Brabants Fotoarchief Eindhoven
________
Op de achterzijde in goudfoliedruk:
Twee afbeeldingen van wapens JE MAINTENDRAI
KANNEMANS EN ZOON
Artiste Photographen van
Z.M. DEN KONING EN H.M. DE KONINGIN
In een schilderspaletje de tekst:
BREDA Groote Markt D.15.
tegen over het Stadthuis
Onderaan in drie 'zegeltjes':
NAPOLEON III EMPEREUR - 1856 - LEOPOLD PREMIER ROI DES BELGES.
Terug naar beginpagina
Eikeloorlog in Helenaveen!
Anekdotes - over de beruchte eikeloorlog bijvoorbeeld - zijn van
harte welkom!
Klik hier en stuur een mailtje naar André
Vervuurt
1980 - Carnavalsoptocht Helenaveen. Eikeloorlog op de Tuinbouwloods (herfst 1979).
Concurrentie tussen de eikel-innemers Harry van Grunsven en mijn vader
Toon Vervuurt drijft de prijs per geraapte kilo eikels in korte tijd
gigantisch op. Zie ook mijn boekje 'In... en uit de turf getrokken' op pagina 56.
Oproep: wie
heeft er speldjes van de Heidemij die verkregen zijn tijdens het
inleveren van inlandse en/of amerikaanse eikels bij Toon Vervuurt op de
Tuinbouwloods in Helenaveen in de jaren '60 en '70?
Op
donderdag 5 oktober 2006 ontving ik per post een pakketje van Jacobi
Boomzaden uit Arnhem... Daarin zaten de prachtige speldjes!
Hartelijk dank
hr. Jacobi
uit Arnhem!
Terug naar beginpagina
Naspeuringen naar
meester Leo Theelen en Cecilia Mertens
Ingezonden
door Paul Theelen. Eindhoven, 25 januari 2006
Cecilia
Theelen - Mertens. Leo Theelen met zijn
jachtgeweer achter zijn huis (het latere zusterklooster) aan de huidige
Oude Peelstraat 1
Medio
februari 1922 komt het pasgetrouwde echtpaar Cecilia Mertens en Leo
Theelen in Helenaveen wonen. Ze zijn dan beiden al 10 jaar elders
onderwijzer geweest. Leo wordt benoemd tot hoofd van de Openbare Lagere
School te Helenaveen. Er worden snel na elkaar 4 kinderen geboren.
Precies één maand na de geboorte van het vierde kind overlijdt Cecilia
Mertens (14 augustus 1926). Leo houdt vanaf 23 augustus 1921 (hun
trouwdatum) een gedetailleerd kasboek bij. U vindt o.a. deze gegevens op de site
van hun kleinzoon Paul.
Terug naar beginpagina
1944.
Het mijnendrama in
Marisbergen te Grashoek, ten zuiden van Helenaveen
Tekst:
Huub Kluijtmans, Grashoek. Onderdeel
van de website van André
Vervuurt
September
1944 In
Noord-Limburg worden de laatste Duitse verzetshaarden gebroken en zo de
een na de andere plaats bevrijd. Helemaal gladjes verliepen deze
bevrijdingsacties natuurlijk niet, want sinds september was in deze
contreien van het front weinig beweging mede door het moeilijk te nemen
peelgebied wat voor de geallieerde troepen een lastige hindernis was.
Zo kwam dan voor Grashoek op 18 november 1944 een einde aan de 5 jarige
bezetting.
Soldaten van de 15de divisie infanterie bestaande uit Schotten
verdreven de laatste Duitsers van de 7de divisie Fallschirmjäger welke
hier al maanden stand hielden en in de bossen van de Marisbergen,
westelijk van Grashoek, artillerie duels uitvochten met de Engelsen die
tussen de kanalen van Meijel en Neerkant waren ingegraven. Tijdens dit
terugtrekken werden een van de gemeenste van alle wapens ingezet nl. de
voetmijn. De mijnen werden op het kruispunt en omgeving van de weg
tussen Ontginningsweg en Helenaveenseweg bij begin Belgenhoek verspreid
verborgen. Binnentrekkende troepen zagen bij het bereiken van deze
plaats in dat het hier wel eens om een mijnenveld kon gaan, gezien de
lokkertjes die hier her en der verspreid lagen. Zoals potten en pannen,
een paar fietsen en ook een militaire baret welke mogelijk voor de
Britten als souvenir gewild verzamelobject was.
Deze truc werkte niet en het gehele bosgebied van de Marisbergen werd
met linten afgezet en als verboden terrein bestempeld. Het was te
gevaarlijk vanwege de mijnen en boobytraps die er lagen.
Dat de geallieerden niet overal tegelijk de mijnen en ander wapentuig
onschadelijk konden maken lag natuurlijk voor de hand en zo duurde het
tot zaterdag 15 december 1944, dus vier weken na de bevrijding. Op deze
dag zouden enkele leden van de familie Steeghs naar hun grond gaan
welke achter het bos aan de westzijde van dit mijnenveld lag, om
werkzaamheden te verrichtten.
Jarenlang had men hiervoor de kortste weg genomen. Gewoon recht toe
midden door het bos, maar nadat het gebied door linten was afgezet en
als gevaarlijk gebied was bestempeld maakte men gebruik van de weg
achterom, dus via de Helenaveenseweg — Belgenhoek (zie situatiekaartje).
Ook bij de familie Steeghs was het verhaal van de fietsen op het
mijnenveld bekend en werd wegens gevaar voor de mijnen angstvallig
vermeden. Direct na de middag op deze 15de december vertrokken Piet, de
jongste zoon, en Bertus naar de Belgenhoek. Terwijl z’n oudere broer
Bertus het paard inspande ging Piet alvast vooruit om op de akker in de
Belgenhoek te gaan helpen. Tegen alle waarschuwingen in ging Piet
binnendoor om te kijken of er iets van zijn gading door de Duitsers was
achtergelaten. Het noodlot sloeg toe. Piet trapte op een mijn en z’n
been werd door de klap verminkt. Hevig bloedend en krimpend van de pijn
schreeuwde hij om hulp, dat op diverse plaatsen rondom het bos werd
gehoord.
Zo ook door zijn oudere broer Bertus die reeds met paard en kar
onderweg was bij de familie Toontje van Mullekom aan de
Helenaveenseweg. Hij riep tegen de daar aanwezigen: Als dat m’n broer
Piet maar niet is. Martien Bellemakers uit Neerkant en Sjaak Vervuurt
sprongen op de kar bij Bertus om mee hulp te gaan verlenen. Zij werden
nageroepen door Duijf van Mullekom. “Ga er in godsnaam niet naar toe,
veel te gevaarlijk, waarop Martien Bellemakers weer van de kar sprong
en aan het werk ging. Jac Vervuurt beloofde Duijf van Mullekom niet van
de kar te gaan. Zo voeren Bertus en Jac naar de plek des onheils. Daar
troffen zij de zwaargewonde Piet aan. Vanaf dit moment komt alles in
een stroomversnelling. De knal van de mijn en het daarop volgende
hulpgeroep had namelijk meer mensen bereikt en er was van alle kanten
hulp onderweg.
Onder andere Hubert Houben kwam te voet aangelopen en trok zich niets
aan van de waarschuwingen om te blijven waar hij was en niet dichterbij
te komen. Hij ging naar Piet toe om hem bij het mijnenveld weg te
dragen. Bij Piet aangekomen stapte hij ook op een mijn. Met een enorme
knal sloeg zijn ………been eraf. Nu lagen er twee slachtoffers in het
mijnenveld.
Bertus Steeghs en Sjaak Vervuurt keerden paard en kar en zette achter
uit richting Piet en Houben. Bij Piet aangekomen lukte het hen warempel
om hem op de kar te trekken zonder er zelf van af te stappen. Daarna
reden ze terug vanwaar ze vandaan gekomen waren. Opnieuw sloeg het
noodlot toe. Het paard van Bertus stapte op een mijn en werd gewond aan
een been. Het dier begon te springen en wild op en neer te slaan. Er
was geen houden meer aan. Er werd besloten dat Sjaak Vervuurt van de
kar zou stappen en de sleger, dit is een aanspansel wat voor het paard
door steekt los te maken, waardoor het dier zich uit de kar zou kunnen
bevrijden. Sjaak zou door het karrenspoor lopen omdat daar theoretisch
geen mijnen zouden liggen. Bij het losmaken van de sleger bleek precies
op de rand van het karrenspoor toch een mijn te liggen, de redders
waren er bij het achteruit rijden rakelings langs gereden. De mijn werd
door Sjaak Vervuurt geraakt waardoor deze explodeerde. Door de slag
werd Sjaak teruggeworpen en viel op zijn zij op een tweede mijn. De
gevolgen waren verschrikkelijk. Sjaak, 24 jaar oud, was op slag dood.
Naast het verminkte lichaam van Sjaak stond de kar waarop twee
zwaargewonden en Bertus en een paard ervoor dat gewond was. Ze konden
geen kant meer op. Omstanders durfden vanwege het gevaar van zovele
mijnen niet meer naderbij te komen.
Toen kwam er hulp van Hein van Mullekom. Hij had z’n paard ingespannen
en reed naar het mijnenveld. Keerde paard en kar en zittend op zijn
knieën manoeuvreerde hij zijn kar terug langs de kar van Bertus welke
nog steeds door het gewonde paard heen en weer geslingerd werd. Het
lukte Hein en Bertus de twee gewonden over te laden op z’n kar. Ook
Bertus kon via deze kar het mijnenveld verlaten. Hein gaf z’n het bevel
aan te rijden. Een van de grote spaakwielen van z’n Brabantse kar reed
op een mijn. De houten spaken vlogen voor een deel uit het wiel, maar
het lukte toch uit het mijnenveld weg te komen. Met een omweg reden ze
door de wegbermen en akkerland om de gewonden het schokken en stoten
door het kapot geslagen wiel zoveel mogelijk te voorkomen. Zij reden
naar de boerderij van Houben. Daar was inmiddels in allerijl
verpleegkundigen opgetrommeld. Rode Kruis wagens van het Britse leger
brachten hen naar het ziekenhuis in Weert, dat ook in bevrijd gebied
lag.
Intussen was het levenloze lichaam van Sjaak Vervuurt, het gewonde
paard van Steeghs en een kadaver van een hond in de tussentijd ook op
een mijn gelopen, op het mijnenveld achtergebleven.
De schok van dit ongeluk dompelde de betroffen families en de gehele
omgeving in rouw, verbittering en machteloze woede. Het werd voor de
familie Vervuurt een ondragelijke nacht daar het lichaam van Sjaak niet
geborgen kon worden. Pas de dag erop zou Engelse hulp ter plekke zijn
om met detectors het mijnenveld te ruimen.
Kaartdeel Historische
wandelroutes
Helenaveen. - © André Vervuurt
Zondag 17 december 1944 ’s morgens om 9 uur begonnen de Britten met het
afzoeken en onschadelijk maken van de mijnen. Ook het paard, dat nog
steeds op de grond lag en met een been slaande bewegingen maakte, werd
met een paar welgemikte schoten door de Britten uit zijn lijden verlost.
Het levenloze lichaam van Sjaak Vervuurt dat de gehele nacht in het
mijnenveld was blijven liggen werd door de Britten op een brancard
gelegd en afgevoerd.
Het zoeken ging door tot het invallen van de duisternis de Britten
noopte verder zoeken te staken. Het reeds afgezochte deel werd met lint
afgezet. De soldaat die dit deed knoopte eerst het lint aan een boom
links van de weg, stak vervolgens de weg over en liep in de richting
van een boom aan de overzijde. Hij bukte zich, maakte nog een pas en
trapte op een mijn die over het hoofd was gezien. Een been van de
soldaat werd afgerukt. Andere soldaten snelden toe om hulp te bieden.
Weer ontplofte een mijn, die beide benen van een soldaat verwoestte.
In twee dagen twee drama’s op Marisbergen. Een dode en 4 zwaargewonden
was de trieste balans van 15 en 16 december en nog was de ellende op
deze onheilsplek nog niet afgelopen. Twee verdere slachtoffers zouden
volgen.
Weken later op zondag 13 januari 1945 ging Willem Driessen, een
jongeman uit Grashoek, ook nog eens op de plek des onheils
rondsnuffelen of er nog iets van zijn gading te vinden was. De mijnen
op de weg en in de berm waren door de Britten geruimd, maar in de
bosrand lagen er nog enkele verborgen. Een van deze mijnen ontplofte
toen Willem er met z’n voet op ging staan. Ook hij verloor een been.
Hulp kwam toen niet opdagen omdat op deze zondagmiddag niemand de knal
hoorde. Met de moed der wanhoop is Willem op een zij richting bewoonde
wereld gekropen en het lukte hem de zandweg van Houben naar van
Mullekom te bereiken, waar bij toeval Niek Houben passeerde, die het
gekreun van Willem opmerkte en alarm sloeg.
Dat de technische middelen en de tijd de Engelsen ontbraken, bleek uit
het feit dat Ampers Naad ziene Jan, Jan Gielens, destijds jachtopziener
te Grashoek, nota bene één jaar na dato, 1 februari 1946 tijdens zijn
rondgang door de bossen te Grashoek op een mijn trapte die enkele
tientallen meters verderop in het jonge dennenbos verstopt was en zo
zwaar gewond raakte dat hij de nacht erop aan zijn verwondingen
bezweek. Naar men aannam betrof het hier een zwaarder type mijn las bij
de andere slachtoffers.
Nog een saillant detail was hier dat een week voor dit ongeval een
drijfjacht had plaats gevonden welke de jagers door dit stuk bos voerde
in de veronderstelling dat er niets meer lag. Bij toeval is iedereen
langs deze en eventueel nog meerdere verborgen mijnen gelopen.
Tot tientallen jaren na de oorlog, ja zelfs tot op heden ten dage zijn
er nog mensen in Grashoek die voor geen goud hier door het inmiddels
oudere dennenbos durven te lopen, uit angst dat er nog steeds mijnen
aanwezig kunnen zijn.
Dit verhaal is opgemaakt uit de monden van nog levende getuigen en de
heemkundevereniging. Misschien dat een plaquette met de namen van de
slachtoffers en een beknopte tekst wandelaars en andere passanten er
aan kan doen herinneren wat zich op deze plek heeft afgespeeld. Dit
verschrikkelijk gebeuren illustreert nog eens welk een gemeen wapen
mijnen zijn. Heden ten dage worden duizenden mensen elk jaar gedood of
verminkt over de gehele wereld, vaak nadat een oorlog al jaren voorbij
is. Ook in het dorp Grashoek was met de bevrijding nog geen eind
gekomen aan het lijden. Een hoge tol moest betaald worden voor de
vrijheid. Deze plek in de bossen van Marisbergen getuigt daar van. Er
staat een veldkruis op de plaats waar het drama zich afspeelde.
De vertellers zijn: Niek Houben, zoon van Hubert; Rein Vervuurt, broer
van Sjaak; Wim van Mullekom, getuige waar Bertus Steeghs alarm sloeg.
Sinds de overlijden van mijn oom Sjaak op 16 december 1944 heeft mijn
oma Drica Vervuurt-van Mullekom tot aan haar dood op 7 september 1978
altijd zwarte kleding gedragen.
Lees ook het artikel in ‘De Moennik’, het tijdschrift van Heemkundevereniging Helden.
Klik hier: https://www.moennik.nl/moennik-2013-47/ (maart 2013 nr. 47 - pagina 15).
Terug naar beginpagina
Jan (Johannes) Koppers
Jan is geboren op 02-02-1851 te Afferden / Druten (Gld.). Hij huwt voor
de eerste maal te Wijchen op 12-05-1881 met de dan 17-jarige
Gijsberdina Bruijsten. Ze gaan wonen en werken voor 'De Maatschappij' in
Helenaveen.
Op 24-01-1900 overlijdt Gijsberdina te Deurne en Liessel.
Op 05-05-1900 huwt Jan met de dan 30-jarige Marta Geris, geboren te Meijel, dochter van Johannes Geris en Hendrina Thijssen, weduwe van Jan Hendrik Schmitz.
Jan's tweede kerkelijk huwelijk wordt ingezegend in de RK kerk te Helenaveen door pastoor Waltherus Kerssemakers.
De volgende anekdotes zijn mij verteld in 2003 door dhr. Herman van Diesen uit Deurne:
Pastoor Kerssemakers vraagt na een tijdje wanneer Jan nu eindelijk zijn huwelijksmis komt betalen.
Jan zegt: "Wie mij maant krijgt niets en wie mij niet maant heeft 't niet nodig."
Bakker Harrie van Oers vraagt aan Jan: "Wanneer betaal je uw schuld?"
Jan vraagt: "Kun je een rijksdaalder wisselen?"
"Ja." zegt Van Oers.
"Dan kom je maar terug al je uw rijksdaalder op hebt." antwoordt Jan...
Terug naar beginpagina
Driek Bosch
Hendricus in 1908 voor zijn ouderlijke woning aan de huidige Koolweg 26.
Geboren te Helenaveen: 09-08-1889, gestorven te Deurne (Bejaardenhuis):
06-12-1976
- Is van 1931 tot 1953-'54 in de kost bij Maan Daniëls (Oude Peelstr.
53, Sjefke Koopmans' huis).
- Daarna bij Johanna Naus-Swinkels aan de Radijsstraat 5 (Huis
Schonewille, nu Rector Nuijtsstraat).
- Bij Lej Hendriks aan de Geldersestraat (voormalige woning van Jules
de Corte).
- Bij 'n broer van Herman van Diesen aan de Bakelseweg in Deurne.
Hierna verhuist hij naar het bejaardenhuis aan de Kruisstraat in Deurne.
Driek is in Helenaveen grafdelver geweest tot eind jaren '50.
Hij was ongehuwd en vooral bekend om zijn pruimtabak en de daarbij
behorende "spuug".
In de jaren '60 bestond er over hem een 'opzegversje'. Ik heb 't niet
compleet. En de volgorde?
Driek Bosch, d'n duvel
is los
Bij Cobus Maes in de gaas
Bij Bakker op d'n akker
Het heeft gevroren zei
Van Horen,
De handen plekken aan de
klink zei vrouw Brink,
Bij ons op het erf zei
Jan van der Werf
Ik heb hem zien dansen
zei Driekske Janssen
---
Het is winter zei Van Dinther
Het is koud zei Van Hout
Het heeft gevroren zei Van Dooren
Het regent, het zegent,
De pannen worden nat
En als de kiendjes buiten komme
Krijgen ze tegen het gat.
Hebt u misschien nog meer aanvulling?
KLIK HIER!
Terug naar beginpagina
E-mailadressen
gezocht
Graag houd ik
contact i.v.m. mogelijke vragen
die ik heb op het gebied van de historie van Helenaveen.
KLIK HIER!
Terug naar beginpagina
Een
Van Mullekom foto...
5 november 1946.
Foto ter gelegenheid van het 25-jarig
huwelijk van Leo van Mullekom en Lieske Sonnemans.
(Scan uit het fotoalbum van mijn tante Bets Houtappels-Vervuurt. Café en beugelbaan Houtappels, Baarloseweg Helden).
De feestelingen Leo en Lieske, familieleden en buurtgenoten op de foto.
Bovenste rij v.l.n.r.: Mijn schoonvader Toon van Piet van Mullekom
(x Gonda Janssen) - Miet van Marinus van Mullekom (x Sjaak
Crommentuijn) - Betje van Leo van Mullekom x: - Martien v. Grunsven - Miet van
Leo van Mullekom
x: - Leo Veldhuijzen - Doortje van Leo van Mullekom
(x Harrie van Pietje Sonnemans) - Broer
Veldhuijzen - Marinus van Leo van Mullekom
- Driekske van Leo van Mullekom
- Piet van Leo van Mullekom
- Dick vd Bovenkamp - Tonia van Leo van Mullekom
(x Harrie Janssen) - Albert Postuma - Dina
Postuma (x Dick van
de Bovenkamp) - Cor van Manus Sonnemans - Bep van der Werf x: - Toon van
Leo van Mullekom
Middelste rij v.l.n.r.: Vrijgezel Hermanus (Maan) Potharst uit Zwolle
(knecht bij Leo en Lieske van Mullekom-Sonnemans aan de Helenastraat - Dora Timmermans x: - Manus
Sonnemans - Vrijgezel Hannes van Mullekom (met de indrukwekkende snor) - Duif (Columba) van der Werf x: Toontje van
Mullekom - Anna (Miet) Kartner x: - Harrie van Lieshout
Vooraan v.l.n.r.: Betje van
Toontje van
Mullekom (Grashoek) - Anna, (Johanna Catharina)
van der Werf (x Marinus van Mullekom) - Duifke van
Marinus van
Mullekom (x Cees van Esseveldt) - Marinus van
Mullekom (x Anna van der Werf) - Antoinetta
Coolen x: - Willem van Mullekom - Leo van Mullekom (x
Lieske Sonnemans) - Henk van Leo van Mullekom (x Henny Sanders)
- Lieske Sonnemans (x Leo van
Mullekom) - Mijn oma Drica van Mullekom x: - Mijn opa Hannes Vervuurt - Han Verschaeren (x Piet
van Mullekom) - Betsy van Piet van Mullekom (x Jan Arts) - Piet van Mullekom (x Han
Verschaeren) - Mijn tante Tonny van Hannes Vervuurt (x Jan Moonen)
________
*
Landbouwer en tuinier Leo van Mullekom (*28 december 1896 Helenaveen -
†31 januari 1958 Sevenum) is een van de zeven kinderen van
turfstrooiselfabrieksarbeider Antonius van Mullekom en Elisabeth (Betje) van Heesch.
Op 5 november 1921 huwt hij te 'Deurne en Liessel' met Elisabeth
(Lieske) Sonnemans (*2 september 1899 Neerkant - †15 juni 1987 in het
ziekenhuis te Deurne).
Zij gaan wonen op het adres D7 / H5 (Helenastraat 26) in Helenaveen. Dit is een van de kazernewoningen van Maatschappij Helenaveen. Enkele van deze typische arbeiderswoningen staan er nog steeds. Klik hier.
Alle 'Betjes' op deze foto zijn genoemd naar Elisabeth van Heesch (*Alphen aan de Maas 1854 - †Helenaveen 1926), de echtgenote van Antonius van Mullekom.
Elisabeth, Betje ligt begraven op het RK kerkhof te Helenaveen, grafnr. 009 - Oud gedeelte. Zij wordt de 'Oermoeder' van Helenaveen en alle Peelse Van Mullekoms genoemd!
Hebt u
aanvullingen of meer informatie? Mail
het me!
Terug naar beginpagina
Krantenbericht uit
Drenthe
De kruising Griendtsveenstraat - Peelstraat nabij de ophaalbrug over het Dommerskanaal in Erica, Drenthe.
Mooi hè? Dit is dus niet de Helenavaart in de Brabantse Peel, maar wel een Drentse brug 240 kilometer noordelijker!
Terug naar beginpagina
Familiefoto gezocht!
Op 6 mei 1903
is in Helenaveen een
familiefoto gemaakt ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk van
Jacobus (Cobuske) Vervuurt en Theodora van Lith (mijn overgrootouders).
Op die foto staan meerdere familieleden en kinderen.
Neemt u contact met mij op indien u weet wie deze foto of een scan daarvan heeft?
Ik wil
daar heel graag een reproductie van maken! Klik hier
Klik hier om de 'Heilwensch' ter gelegenheid van hun 25-jarig huwelijk te bekijken. ©AV
Indien u graag een scan van het ongeretoucheerde prachtige origineel wil ontvangen:
klik hier en mail mij uw vraag.
Deze door een Duitse non gecalligrafeerde wens werd op dit 'heuglijk
feest' voorgedragen door hun oudste dochter Gon Vervuurt en haar
echtgenoot Jacobus van Eckendonk.
Jacobus en Gon dreven een café in Hesepertwist, in
het turfstekersgebied van Maatschappij Griendtsveen nabij Schöninghsdorf te Duitsland bij
de grens met Drenthe. De Heilwensch is gecalligrafeerd door een Duitse
non aldaar. Enige tijd daarna
waren Jacobus en Gon van Eckendonk-Vervuurt de uitbaters van het
Maatschappij-café te Griendtsveen, nu 'Herberg De Morgenstond'.
Terug naar beginpagina
Berekening inhoud turfschip 'Jaqueline'
van schipper Willemke Pardoel
door mijn overgrootvader Cobuske Vervuurt op 21 augustus 1907
Terug naar beginpagina
Friettentfoto's
gezocht...
Links naast
Hotel Café 'In d'Ouwe Peel' van Theo en Tilly Peters aan de Oude
Peelstraat heeft in de
jaren '60 en '70 een houten "friettent" gestaan. Deze werd in de jaren
'60 gerund door Bruurke van de Bovenkamp en zijn vrouw Mien Janssen.
±1955 1960. Bruurke en Mien
mei 1967
Daarna stonden Sef Wilms en zijn vrouw Miet uit de Grashoek in deze
friture.
Op 30 december 2009
ontving ik van Jos Wilms, zoon van Sef, deze
prachtige foto:
Dochter
Annie en Sef Wilms uit de Grashoek zorgen voor 'n heerlijk frietje!
De foto is genomen in de friettent tijdens de kermis te Helenaveen in
1975.
De gloeilamp bij het dakluikje moest in de avond motvlindertjes en
andere
ongewenste beestjes bij het bakgedeelte weghouden. De voedsel- en waren-
wet eiste stromend water in een dergelijke horecagelegenheid:
Sef monteerde een wasbakje met kraantje en verbond dat met een tuinslang
aan een jerrycan tegen de achterzijde van de frietkraam... Goedgekeurd!
© Foto en gegevens: Jos en Nic Wilms.
De Oude Peelstraat in
1979. In de cirkel: de bruin gebeitste friettent met
overdekte wachtruimte en draadijzeren afvalmand.
Links achter het geboomte staat de auto van Sef.
© Foto: André Vervuurt. Klik op de foto voor een StreetViewbeeld van nu.
Van zoon Nic Wilms ontving ik de prijslijst van 1975*
f
1,00 (1 gulden) € 0,45
€ 1,00 = f 2,20
PRYSLYST
Friet: f 0,80 - f
0,90 - f 1,00
Friet zuurvlees: f
1,75
Fricandel: f 0,75
Fricandel
speciaal: f 1,10
Goudkroket: f 0,65
Nassi goud: f 0,65
Bami goud: f 0,65
Knakworst: f 0,65
Bockworst: f 1,25
Beckburger: f 0,70
Rolmops: f 1,00
Zure vis: f 1,00
Slaatjes: f 1,25
Vis(s)tick: f 1,00
Loempia: f 1,75
Letterlijk overgenomen van het prijzenbordje achterin de friettent
(1975) op bovenstaande foto.
* Bij nadere bestudering
van het prijsbordje door Nic,
bleken enkele prijzen nog wat lager dan dat we in eerste
instantie dachten. Dat is (was) extra smullen dus..!
f
1,00 (1 gulden) = 45 eurocent
€ 1,00 (1 euro) = 2 gulden en 20 cent
Rond 1980 kon je bij Sef ook 'Frietje-saté' bestellen. Dè waar vùrrekkes lekker!
Advertentietekst
uit het Interkerkelijk Parochieblaadje ‘De Ouwe Peel’ van 1978:
Bij Sjef kunt U steeds
terecht,
voor het lekkerste gerecht;
als U het maar even zegt,
wordt het netjes voor U neergelegd:
wat U ook zoudt willen bestellen
frites, knakworst of frikandellen.
Bovenstaand rijmpje is vermoedelijk gemaakt door pastoor Lips, de
hoofdredacteur van het Parochieblaadje.
In 1983 of 1984 is deze frietkraam afgebroken en
wordt dan als tuinhuisje geplaatst in een Helenaveense tuin aan de
Pastoor van Haarenstraat. Daar staat 'ie nu nog!
(11 maart 2011;
informatie van oud-Helenavener Geert Derks te Hokitika, Nieuw Zeeland)
Heeft u meer foto's van, of gegevens over de friteskraam van Bruurke of
Sef; KLIK
HIER!
Terug naar beginpagina
Wanne fantast, die
van Vevúrt..!
1. De
Romeinse militaire aanvoerder Donatus is de
beschermheilige van de parochie Helenaveen in de Peel...
Zou de gouden helm van de Heilige Donatus geweest kunnen zijn???
Klik op de helm voor informatie over Donatus
Terug naar beginpagina
2. Toeristische mogelijkheid
Helenaveen 1:
Helaas voor de liefhebber: geen Peelmuseum maar voor de
gelukkigen: 'n Peelhuys..!
© Foto: André Vervuurt. Klik op de foto voor een StreetViewbeeld van nu.
3. Je
eigen navigatiesysteem: de 'AvNav'
In plaats van een
dure TomTom of een onhandige wegenkaart kun je op een simpele wijze je
eigen digitale navigatiesysteem in je auto installeren. Met een
lcd-schermpje naar keuze!
1. Koop een 'digitaal' fotolijstje
2. Plan je route op je eigen pc. Bijvoorbeeld via
http://www.routenet.nl, of nog mooier: http://maps.google.nl, optie
kaart en satelliet (beide).
3. Maak van (door jezelf te bepalen) knooppunten op de route of
plaatsen die je belangrijk vindt een schermafdruk.
4. Bewaar elke schermafdruk chronologisch als .jpg
5. Kopieer de plaatjes op een memory-kaartje.
6. Steek het kaartje in het digitale fotolijstje
7. Monteer het lijstje m.b.v. klittenband in je auto op een handige
plaats.
8. Tijdens de reis kun je de plaatjes oproepen die je op dat moment
belangrijk vindt.
Succes!
© André Vervuurt
Indien het fotolijstje de mogelijkheid heeft van een hoge
contrast-instelling kun je overwegen om de plaatjes in spiegelbeeld op
het memorykaartje te bewaren.
Plak het lijstje dan vóór je stuurwiel op het dashboard, zodanig, dat
het beeld geprojecteerd wordt op je voorruit!
Terug naar beginpagina
4.
MENU
met
een korreltje zout, een vleugje humor en een vette knipoog (mi ’n
korrelke zout en ’n
bietje leut bekéke)
Peelse horeca: doe hiermee goeie zake!
Op deze
door
mij, oud-Helenavener André Vervuurt, bedachte menukaart wil ik geen
copyright laten rusten.
Echter, indien blijkt dat
deze, of
onderdelen daaruit, behoorlijk wat winst oplevert wil
ik natuurlijk graag
een graantje meepikken en vermeld worden op de
menukaart, ergens verstopt in 'n húkske ofzo...
M’nne favoriet: de overheerlijke Cobuske-lavas-pannenkoek!
Overgrootvader Cobuske Vervuurt had dit nooit durven dromen!
***
Soepen:
Nie vèchte!
(Peelse Groentensoep zonder vlees, geserveerd in één
gezamenlijke pan.
Ieder krijgt zijn eigen opscheplepel en een eigen soepkommetje)
Tevens keuze uit stevige uien-, bonen- of erwtensoep.
- - -
Peelse
Pannenkoekpecialiteiten:
Boekweitkoek
(Een in 'goei bòtter' gebakken boekweitpannenkoek.
Gegarneerd met uienringen en bieslook)
D'n Oliekont
(Een in rijkelijk olijfolie gebakken, gevouwen
meergranenpannenkoek)
Veenbessenstreuf
(Een met 'Verkoelen'-de Blauwe bosbessen gegarneerde
pannenkoek)
De Bubenflatz
(Een doorbakken pannenkoek. Ruim voorzien van
spekreepjes)
't Cobuske
(Een in olijfolie gebakken pannenkoek met lavas, uien
en knoflook)
Onze Gebbel
(Een in olijfolie gebakken pannenkoek met onverwachte
verrassing)
Alle pannenkoeken worden geserveerd op een bord, als
onderlegger een kopie van een stikker of een oplegger; de
gereedschappen van de turfsteker.
- - -
Andere
mogelijkheden:
'n Stoek friet van Sef Wilms
(Portie gefrituurd aardappelsnijsel met mayonaise)
'n Nachtelijke 'Dick en Dina'-kermishap, uitstekend geschikt voor
verliefde paartjes...
(Gebakken ei op met gekookte ham belegd geroosterd
brood of drie stokjes saté met rijst. Eventueel met frikandel)
Salade
van Wouter
(Groentensalade van de dag)
- - -
Nagerechten:
Iets uit de p'stoor z'nnen tuin
(Keuze uit een fris appel- morellen- of
pruimengebakje. Voorzien van een rond volkorenbodempje)
N'ne Gerrit Brouwer
(Een heerlijk verfrissend glas halfvolle melk van
eigen Peelse bodem)
D'n Driek
(Jonge klare, geserveerd in een authentiek geslepen
glaasje dat tevens uw eigendom wordt)
D'n Drijvende fabriek
(Een in vanille-milkshake drijvend stuk banaan,
rijkelijk voorzien van slagroom)
'ne Gouwen Helm
(Met goudkleurige perzikhelften opgemaakte ijscoupe)
- - -
Dranken:
Blindaas
(Sinas met prik)
Wiekwòtter
(Bronwater groen)
Wijwòtter. Vùr de nazaten van de Belgen van de Belzenhoek: Bronwòtter
Plat
(Bronwater rood)
'ne
Schaafloper
('n Gewoon getapt pilske, betaald dùr oewe buurman)
's Zondagsbier van Tilly
(Speciaalbier van 't huis: Chimay Bleu of Chimay Rouge
op de juiste temperatuur)
Gewoon Poepenbier
(Het pilske van 't huis)
'ne Rooie Miswijn
(Een vol en robuust rood wijntje, gevonden achter de
kerk...)
Buben- of Poepenwijn
(Een frisse Duitse Moezelwijn)
Gewone koffie mi 'n simpel sopkúkske
Gewone thee mi 'n simpel sopkúkske
Voor de eendagsvliegen:
Cola
klein, middel of groot
Exota Gazeuse à la kazemat
(Priklimonade zonder explosiegevaar)
- - -
Kleine
snelle happen:
Turfstrooiselvlaaike
(Kruimel-roombotervlaai, echter niet op z'n Limburgs
gesneden....)
Turfstrooiselvlaai mi wà d'r in
(Kruimel-roombotervlaai met Peelse bosbessenvulling)
Enen turf es dè Grad Maes 't zou lusse
(Een stuk peperkoek in klotvorm, geserveerd in een
bakfietske)
'ne Peelpuist uit de knaal
(Misvormd stokbrood gevuld met zwanemosselgarnituur)
- - -
Al onze serveersters zijn authentiek gekleed. D'n
opzichter houdt 't zaakje uiteraard in de gaten.
Alle tafeltjes zijn gesierd met dwaallichtjes en een originele
smelenbos om de kruimetjes zelf weg te vegen.
Tot ziens in de
Peelspecialiteiteneetgelegenheid!
Terug naar beginpagina
|